Publicatie: 18 mei 2018
Er is veel te doen over de nieuwe Wet kwaliteitsborging. Alleen al het aantal zoekresultaten in Google laat zien dat er veel over geschreven (en gesproken) wordt. Het wetsvoorstel regelt de invoering van een nieuw stelsel van kwaliteitsborging. Nu toetsen gemeenten of bouwwerken voldoen aan het Bouwbesluit (UPDATE 2024: Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), straks worden dat private kwaliteitsborgers. De gedachte achter deze wet is goed, het doel is immers om gebouwen beter te maken. Maar ik kan het niet laten de vraag op te werpen of we ‘m wel nodig zouden moeten hebben. Is het niet vanzelfsprekend om je plannen vooraf (en ook de uitvoering ervan) goed en volledig te laten toetsen? Je wilt als opdrachtgever toch hoe dan ook een goed gebouw?
Per 1 januari 2019 (Update mei 2020: De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen is uitgesteld tot 1 januari 2022.) treedt de Wet kwaliteitsborging in werking. Tenminste, zo is het plan. Het is namelijk even de vraag of dat gaat lukken. Het document ligt nu ergens tussen de Tweede en de Eerste Kamer, dus is nog niet definitief. Maar als het besluit er is, is ook nog onduidelijk of we meteen ermee aan de slag kunnen. Er verandert namelijk nogal wat en de regelgeving eromheen is nog niet vastgelegd.
Dat gezegd hebbende: zou je als opdrachtgever wel moeten of willen wachten tot de regelgeving helemaal van toepassing is? Of kun je kwaliteitsborging beter sowieso goed regelen, ongeacht of het wettelijk is vastgelegd?
Toetsing op regelgeving, bestemming en veiligheid
Nu is de kwaliteitsborging zo georganiseerd dat de bevoegde ambtenaar van Bouw- en Woningtoezicht van de gemeente het plan toetst op regelgeving, bestemmingsplan en omgevingsveiligheid. Dat doet hij of zij in samenspraak met welstand, de brandweer, een constructiespecialist of andere specialisten die het plan per discipline kunnen toetsen. Zodra alles akkoord is, verstrekt de gemeente de vergunning.
De ambtenaar komt tijdens de uitvoering vervolgens een paar keer langs om de uitvoering te controleren, met name op veiligheidsaspecten binnen de omgevingsvergunning. Als iets niet voldoet maakt hij of zij dit kenbaar, maar hij of zij kan geen sancties of iets dergelijks opleggen. Behalve als de veiligheid in gevaar komt. Dan kan hij of zij het werk stilleggen.
Oók de bouwfysica en installatietechniek
Als de Wet kwaliteitsborging in werking treedt, wordt de rol van de ambtenaar beperkter. Hij of zij toetst de stukken op het bestemmingsplan, welstand en omgevingsveiligheid én controleert of er een gecertificeerde kwaliteitsborger is aangewezen. Als het plan voldoet, kan hij of zij de vergunning verstrekken en vanaf dat moment neemt de kwaliteitsborger feitelijk de taken van de ambtenaar over voor wat betreft de beoordeling van de documenten en de controle op de uitvoering. Een groot voordeel is dat de initiatiefnemer veel sneller over een bouwvergunning kan beschikken.
De kwaliteitsborger bepaalt dan of een werk mag worden uitgevoerd en of het juist wordt uitgevoerd. Hij of zij is dus verantwoordelijk en moet ervoor zorgen de juiste specialisten te betrekken. Zoals een bouwfysisch specialist, een constructeur, een installatiespecialist en een brandveiligheidsspecialist. De toetsing zal daarmee uitgebreider en specifieker worden, zeker tijdens de uitvoering.
In 80% van de gevallen kloppen nu dingen niet
Ik snap de keuze voor deze verandering. Ambtenaren krijgen per periode van 8 weken wel 20 pakketjes op hun bureau, die ze moeten toetsen op de regelgeving. Zij hebben daarvoor natuurlijk ook hun specialisten, maar het is desondanks een grote klus. Zeker als je kijkt naar de toegenomen complexiteit. Het is geen vreemde gedachte om die verantwoordelijkheid bij een private partij neer te leggen.
En ik weet uit onze eigen praktijk dat er nu vrijwel altijd dingen niet kloppen. Dat wordt nu niet gezien, omdat daarop niet wordt getoetst (de bouwfysica krijgt nu bijvoorbeeld nauwelijks aandacht) en je kan tegenwoordig simpelweg ook niet meer van alles verstand hebben. In plannen zien we dat gebeuren: dan kloppen de EPC berekeningen bijvoorbeeld niet. En in de uitvoering: dan wordt bijvoorbeeld isolatiemateriaal aangebracht met een lagere rc-waarde dan in het plan. Of het isolatiemateriaal wordt niet op de juiste manier aangebracht, waardoor de werking ervan suboptimaal is. Als je niet alleen een goed, maar ook een gezond, energiezuinig en comfortabel gebouw wilt, gaat dat hier dus mis.
Krijgen wat je hebt gekocht
Vanuit het perspectief van de opdrachtgever zou ik daarmee dus zeggen: omarm nu al die nieuwe manier van kwaliteitsborging, ook al is de wet er nog niet. De toetsing wordt uitgebreider. Er wordt veel specifieker en dieper naar plannen gekeken en ook tijdens de uitvoering zal de toetsing scherper zijn. Dat is belangrijk en nodig, want geen enkele partij heeft álle kennis in huis om het helemaal goed te doen. En je wilt toch gewoon krijgen wat je hebt gekocht?
Samen met mijn collega Martin Overmeer heb ik de opleiding ‘Van bouwtoezicht naar kwaliteitsborging’ met succes voltooid en heeft Alphaplan daarmee twee kwaliteitsborgers in huis.
Voor vragen kunt u contact opnemen met Rico Vermeij.