Asbest saneren? Dan heeft u eerst een asbestinventarisatie nodig. Als blijkt dat u het asbest moet verwijderen, dan moet dat volgens de strenge wetgeving. Als wij door middel van een asbestinventarisatie asbest in uw vastgoed constateren en het is nodig het asbest te verwijderen, dan moet u dit asbest ook afvoeren. Wij kunnen u hierbij ondersteunen. Bij het verwijderen van asbest kan een van onze Deskundig Toezichthouders Asbest (DTA) hierop toezicht houden. Het is verstandig hier een onafhankelijk bureau voor in te schakelen. Wij kunnen daarbij ook het hele saneringsplan voor u opstellen en de sanering begeleiden. Wij werken nauw samen met gecertificeerde asbestsaneringsbedrijven.
Zowel de asbestinventarisatie als de asbestsanering worden vermeld in het Landelijk Asbestvolgsysteem (LAVS). Het LAVS is een webapplicatie waarmee het proces van inventarisatie tot en met de stort van asbest gevolgd en geregistreerd kan worden door de verschillende ketenpartijen. Inventariseerders en saneerders zijn verplicht om hun werkzaamheden in het LAVS te registreren.
Asbestbeheersplan opstellen
Wanneer is het nodig een asbestbeheersplan op te stellen? Het is niet altijd mogelijk of financieel aantrekkelijk om asbest te saneren. Als asbest is waargenomen dat niet direct een risico vormt voor de gezondheid en het asbest niet wordt verwijderd, is het wenselijk een asbestbeheersplan op te stellen. Als het asbest wel een risico voor de gezondheid vormt, niet wordt gesaneerd en wordt afgeschermd is het verplicht een asbestbeheersplan op te stellen.
Doel Asbestbeheersplan
In het asbestbeheersplan staat omschreven hoe u uw vastgoed tot aan het moment van sloop op een veilige manier kunt gebruiken ingeval asbestbronnen niet (volledig) zijn verwijderd. Op basis van objectieve criteria moet zijn vastgesteld of, en zo ja welke maatregelen noodzakelijk zijn om binnen het vastgoed een veilige (werk)situatie te garanderen. Deze maatregelen staan in het asbestbeheersplan. Het doel van een asbestbeheersplan is het vastleggen van de te ondernemen acties voorafgaand aan het in gebruik stellen en het uitvoeren van werkzaamheden in die gebieden waar zich asbesthoudende toepassingen bevinden. Ook beschrijft het asbestbeheersplan de handelswijze in het geval van calamiteiten.
Beheersmaatregelen aanwezige asbestbronnen
Volgens het Asbestverwijderingsbesluit 2005 (Avb 2005) en het Productenbesluit asbest is onder andere het be- en verwerken van asbesthoudende materialen verboden. Het Avb 2005 bevat regels voor het verwijderen van asbest uit een bouwwerk of object (tijdens sloop of na bijvoorbeeld een brand). Vanwege deze regels is het belangrijk om in het beheersplan de volgende informatie op te nemen voor gebruikers van het vastgoed (dit kunnen zijn; huurders, personeel, bezoekers, technische onderhoudsmensen etc.):
- de aanwezigheid van asbest en indien van toepassing de asbestconcentraties waaraan zij zijn blootgesteld in de werkruimten;
- de consequenties van de aanwezigheid van asbest:
– niet boren, zagen, schuren of mechanisch bewerken van het asbesthoudende materiaal;
– niet betreden van bepaalde ruimten behalve met persoonlijke beschermingsmiddelen;
– niet oplichten van systeemplafonds, verplaatsen van wanden etc.;
– waar men terecht kan om ongelukken of ontstane schades aan het asbesthoudende materiaal te laten verhelpen.
Periodieke controles
Als asbesthoudend materiaal in vastgoed is toegepast en de eigenaar heeft besloten om dit niet te verwijderen, is het nodig periodiek te controleren wat de actuele status en/of onderhoudssituatie van het materiaal is. U moet voorkomen dat werknemers en/of onderaannemers aan asbestvezels worden blootgesteld. De frequentie is afhankelijk van de ernst van de situatie, maar de controle moet ten minste eenmaal per jaar plaatsvinden. Indien nodig moeten lucht- en/of stofmonsters worden genomen. Eventueel zijn naar aanleiding van de periodieke controle vervolgacties (aanvullend onderzoek, saneren, het opnieuw bewerkstellen van een beheerste situatie, aanpassen asbestbeheersplan) noodzakelijk.
Geldigheid asbestinventarisatie
Volgens de huidige wet- en regelgeving is de geldigheidsduur van een inventarisatierapportage beperkt tot drie jaar na autorisatiedatum. Wanneer de datum van de asbestinventarisatierapportage is verlopen, moet u de rapportage op de actualiteit laten toetsen.
Maatregelen bij afwijkingen in de periodieke controles
Als tijdens de periodieke controles of gedurende werkzaamheden in de nabijheid van de asbesthoudende toepassingen, afwijkingen worden geconstateerd, moeten de werkzaamheden worden stilgelegd totdat een asbestinventarisatiebedrijf is geraadpleegd. Afhankelijk van de aangetroffen situatie moet worden bepaald of het nodig is een deel van de locatie af te zetten en/of een ruimte af te sluiten.
Op basis van de aard en de omvang moeten direct acties worden ondernomen in samenwerking met de opdrachtgever/eigenaar. Deze acties kunnen bestaan uit:
- het laten saneren van een toepassing;
- het laten veiligstellen en afschermen van een toepassing en/of het laten uitvoeren van een NEN 2991 asbest risico-inventarisatie.
De algemene preventiemaatregelen zijn in de eerste plaats erop gericht te verhinderen dat de dagelijkse gebruikers (werknemers etc.) met asbesthoudende materialen in contact komen.
De maatregelen moeten passen bij de wijze waarop het materiaal en de ruimte wordt gebruikt en moeten goed aansluiten op de belevingswereld van de gebruiker (werknemer of derden). Allereerst wordt gezorgd dat alle personen die de preventiemaatregelen in acht moeten nemen, worden geïnformeerd over de plaatsen waar asbest of asbesthoudende materialen aanwezig zijn. Zorg dat asbesthoudende materialen duidelijk herkenbaar zijn bijvoorbeeld door het materiaal te voorzien van het asbestetiket/-sticker.Algemene wettelijke regelgeving
Welke regels gelden bij het verwijderen van asbest en waar kunt u deze vinden?
Voor het verwijderen van asbest gelden strenge regels. Het is vaak gevaarlijker asbest op een verkeerde manier te verwijderen dan om het te laten zitten. Als in uw vastgoed niet-hechtgebonden asbest aanwezig is, kan dat een gevaar opleveren voor de omgeving. Bijvoorbeeld als het asbest onvoldoende is afgeschermd, kunnen asbestvezels vrijkomen. In dat geval kan de gemeente u dwingen om maatregelen te nemen.
De regels voor asbestinventarisatie en het verwijderen van asbest staan in het:
- Asbestverwijderingsbesluit 2005
- Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit)
- Arbeidsomstandighedenregeling (Arboregeling)
Asbestverwijderingsbesluit 2005 De verantwoordelijkheid van de opdrachtgever voor de juiste papieren (asbestinventarisatierapportage en omgevingsvergunning) op het werk vindt zijn wettelijke basis in Par. 2, Artikel 3 en 5 en Par. 4, Artikel 10 van het Asbestverwijderingsbesluit 2005. De door de opdrachtgever in te schakelen bedrijven voor asbestinventarisatie, asbestverwijdering en eindbeoordeling kunnen het werk alleen verrichten, wanneer zij in het bezit zijn van de wettelijk verplichte certificatie, respectievelijk accreditatie, vermeld in art. 4.54a, 4.54d en 4.55a van het Arbobesluit / Asbestverwijderingsbesluit 2005.
In het Asbestverwijderingsbesluit wordt een deskundig bedrijf gedefinieerd als een bedrijf dat voldoet aan de eisen ter zake van asbestverwijdering, zoals die zijn gesteld door de Stichting Raad van Accreditatie erkende certificatie-instelling. Op grond daarvan is het bedrijf gemachtigd een door de minister van SZW aangewezen merkteken te voeren. De minister van SZW heeft door publicatie van de Regeling merkteken asbestverwijdering in de Staatscourant (Staatscourant 1994,164) het beeldmerk van Stichting Ascert aangewezen voor bedrijven die beschikken over een certificaat voor asbest verwijderen. Voor opdrachtgevers betekent dit, dat wanneer zij een asbestverwijdering opdragen aan een asbestverwijderingsbedrijf dat beschikt over een geldig SCA-procescertificaat met Ascert-merkteken en zij daarmee voldoen aan de wettelijke eis een deskundig bedrijf in te schakelen.
Arbeidsomstandighedenbesluit; Artikel 4.54a. Asbestinventarisatie. 1) Voordat een handeling als bedoeld in artikel 4.54, eerste lid, onderdeel a, b of c, wordt aangevangen, wordt de aanwezigheid van asbest geïnventariseerd bij de volgende werkzaamheden:
a. het geheel of gedeeltelijk afbreken of uit elkaar nemen van bouwwerken, met uitzondering van grondwerken, of objecten waarin asbest of asbesthoudende producten is respectievelijk zijn verwerkt;
b. het verwijderen van asbest of asbesthoudende producten uit de bouwwerken of objecten, bedoeld in onderdeel a;
c. het opruimen van asbest of asbesthoudende producten die ten gevolge van een incident zijn vrijgekomen.
Sinds 1 januari 2017 is het Arbeidsomstandighedenbesluit gewijzigd. De grootste verandering is de aanpassing van de grenswaarde en het wijzigen van de risicoklasse. De belangrijkste punten voor de volgende risicoklassen zijn:
Risicoklasse 1:
- Het verwijderen van deze asbesthoudende materialen valt niet meer onder de certificeringsregeling.
- Het werk moet worden gemeld bij de Arbeidsinspectie.
- Doeltreffende voorlichting aan de werknemers die het asbest verwijderen is verplicht.
- Deco-unit is niet noodzakelijk.
- Het werkgebied dient afgezet/gemarkeerd te worden.
- Het bedrijf dat de asbestverwijderingswerkzaamheden uitvoert, moet de best bestaande technieken
toepassen. Er dienen bronmaatregelen genomen te worden om vezelemissie te voorkomen. De te nemen bronmaatregelen en te gebruiken persoonlijke beschermingsmiddelen dienen te zijn vastgelegd in een Risico- Inventarisatie en Evaluatie (RI&E). - Na afloop van de verwijdering moet u een visuele inspectie laten uitvoeren door een deskundig persoon.
Risicoklasse 2:
- Het verwijderen van deze asbesthoudende materialen valt wel onder de certificeringsregeling.
- Het is verplicht een asbestinventarisatie uit te voeren met risicoklasse indeling van het asbest.
- De asbestinventarisatierapportage dient op de projectlocatie aanwezig te zijn.
- Het is verplicht een werkplan op te stellen.
- In het werkplan dienen doeltreffende maatregelen te zijn opgenomen ter bescherming van de werknemers
tegen blootstelling aan asbest (gebruik adembescherming, containment, etc). - Uitvoering werk onder voortdurend toezicht van een werknemer in bezit van het certificaat DTA (SC-510).
De werknemers die het asbest verwijderen dienen in het bezit te zijn van het certificaat Deskundig
Asbestverwijderaar (DAV). - Deco-unit noodzakelijk.
- Adembescherming met volgelaatsmasker P3 met aangeblazen lucht is verplicht.
- Er moet een eindcontrole door een RvA geaccrediteerde (ISO 17020) inspectie-instelling volgens NEN 2990,
onderdeel visuele inspectie en onderdeel luchtmetingen, worden uitgevoerd.
Risicoklasse 2A:
- Idem aan risicoklasse 2 met als aanvulling.
- Verzwaarde eindmeting middels lucht- en kleefmonsters (SEM).
Wettelijk toepassingsgebied
In de Arbeidsomstandighedenregeling in Bijlage XIIIb zijn diverse eisen gesteld aan de uitvoering van de asbestverwijdering. Om te voorkomen dat er ongewilde situaties of gebreken bij de uitvoering optreden, wordt door het asbestverwijderingsbedrijf een keuringsplan opgesteld. Dit keuringsplan omvat o.a. de voortdurende bewaking en registratie van de prestaties van de uitrusting en de persoonlijke hygiëne van de betrokken werknemers. Als tijdens de sanering van asbest in het werkgebied sprake is van verwijdering van niet-hechtgebonden materiaal in containment, is het asbestverwijderingsbedrijf verplicht persoonlijke beschermingsmiddelen toe te passen die, afhankelijk van de asbestconcentratie en de beschermingsfactor, voldoende bescherming bieden. In dit geval betreft het een sanering van hechtgebonden asbest zodat ademhalingsmiddelen met afhankelijke luchttoevoer moeten worden gebruikt. De sanering moet deels worden verricht in een containment waarbij het continu meten van de onderdruk verplicht is, om het wettelijk vastgelegd niveau van 20 pascal onderdruk in stand te houden.
Al het te gebruiken materiaal en materieel moeten, wat kwaliteit betreft, voldoen aan de eis van goed en veilig werk en moet in goede staat verkeren.
Neem voor meer informatie over asbestsanering en asbestinventarisatie vrijblijvend contact met ons op.